1. Mijn Vlaanderen heb ik hartelijk lief (bis) Mijn Vlaanderen boven al (bis) Dat is 't refrein, 't is het liefdelied dat ik nooit vergeten zal (bis).
2. Des morgens als de zonne lacht (bis) Dan zing ik blij vol lust (bis) Zo zalig als de brave man, die vrouw en kinderen kust (bis).
3. Des avonds als ik moe van zin (bis) Mijn stille ruststee zoek (bis) Dan bid ik: "Vlaanderen, Vlaanderen lief, mijn Vlaanderen houd u kloek" (bis).
4. En 'k droom dan, 'k droom van roem en macht (bis) En eeuwen gaan voorbij (bis) En dreunend klinkt het: "schild en vriend", en ik zie mijn Vlaanderen vrij (bis).
5. Mijn Vlaanderen heb ik hartelijk lief (bis) Mijn Vlaanderen boven al (bis) Dat is 't refrein, 't is het liefdelied, dat ik eeuwig zingen zal (bis). |