Zij loechen en staken hun schouders op, Omdat ik hun klapte van Vlaanderen. Zij loechen en zeiden; van anders wat En horen wij nimmer U klappen! Wel neen! mijn Vlaanderen is mijn ziel Mijn leven, het doel van mijn streven. Mijn leven voor Vlaanderen En Vlaanderen voor God! O, mocht ik, dat winnende, sneven! |