1.
Als geur van vlees de straten vult,
mijn maag luid knorrend klaagt,
de wolf zich dan in mij onthult,
en mij naar binnen jaagt.
Ik vraag de grootste lappen spek,
en bier 'lijk mij behaagt
Als geur van vlees de straten vult,
mijn maag luid knorrend klaagt.
Ceno ergo sum. Ceno ergo sum.
Ceno, ceno, ceno ergo sum.
2.
Nog voor de eerste kroes is leeg,
de tweede zie 'k al staan.
Ik snel de zorgen wegge veeg,
de wereld kan ik aan.
Ik breng een ode aan de vrouw,
aan het eten, zon en maan.
Nog voor de eerste kroes is leeg,
de tweede zie 'k al staan.
Bibo...
3.
Wanneer ik aan het zingen ga,
in held're tonentaal.
Een meisje lonkt me lief en zo
voel ik me nachtegaal.
Met zoete klank behaag ik haar
met minnestreelsverhaal.
Wanneer ik aan het zingen ga,
in held're tonentaal.
Cano ergo sum. Cano ergo sum.
Cano, cano, cano ergo sum.
4.
Nu vele jaren later,
zoveel dat ik niet bevat
hoeveel ik me destijds aan wijn
en bier zo heb bezat,
verblijd ik me bij 't toeval dat ik
ooit eens honger had,
en zong voor mijn vrouw,
moederlief van onze lieve schat.
Amo...