Aan den oever van de Dijle, Diep verscholen in het riet, Zat een kleine jonge kikker Bij zijn moeder op de knie !
'Ziet ge daar' zo sprak de moeder, 'Ziet ge daar dien ooievaar, 't is de moord'naar van uw vader, Hij vrat hem op met huid en haar.'
'Potverblomme' sprak de kleine, 'heeft die kerel dat gedaan ? Als ik groot en sterk zal wezen Zal ik op zijn bakkes slaan ! '
Vele jaren later diene kikker is nie meer maar dien ooievaar z'n bakkes doet nog altijd even zeer ! |