1. 't Was op 'n nacht in de maand April D'r was geen enk'le gardevil Maar een troep Walen was rond aan 't dwalen In de Parijssche straat bij d'Hallezale Daar viel er een een Vlaming aan Om met zijn pet op loop te gaan
2. De Vlaming zei: "Dat mag niet zijn Hij steelt mijn pet, dat Waalsch venijn!" Hij zocht de virenden die hij kon vinden Om dan die Vlaamsche pet terug te vinden En Colback die werd nagezet Voor die gestolen Vlaamsche pet
3. En Colback, die grote held Was met een wijf vooruitgesneld Met haat in d'oogen naar 't kot gevlogen En om aan 't Vaderland zijn moed te toogen Zette hij zijn deur al op een kier En schoot op Berten een keer of vier
4. De kogel trof hem in de borst De straat werd met zijn bloed bemorst Want uit de ronde gapende wonde Zeeg voor het Vlaamsche recht jong bloed ten gronde Zij droegen hem naar 't hospitaal Zoo laf vermoord door eenen Waal
5. Een stoer pandoer nam Colback vast En stopte hem al in de kast Die hartelooze zonder te bloozen Sprak in de zoete taal van de Fransooizen "Ik heb geen spijt van mijne daad 'k Heb hem vermoord uit rassenhaat"
6. Eenieder zei: "Hij is er aan Hij heeft al kwaad genoeg gedaan Nu zal hij moeten zijn schuld uitboeten Hij speelt al lang genoeg met onze voeten!" Maar in beroep kwam hij weer vrij Is dat geen wreede schelmerij?
7. 't Werd ondertusschen derde mei En ieder eerlijk mensch die zei: "D'universiteite haar plicht zal kwijten En dezen moordenaar de deur uitsmijten Want d'hoogeschool is katholiek Zij duldt geen moordenarenkliek
8. Maar de Rector schreef een Fransch advies Op d'inspiratie van de Vice "Het is verboden stoeten te houden En ieder Flamingant zijn muil moet houden En die nog roept, vliegt aan de poort Maar over Colback viel geen woord
9. De Vlaming die 't epistel las Die riep: "Verdraaid, dat is te kras! Zoudt ge niet zeggen, wie zal 't weerleggen Dat ze de schuld der moord op ons nog leggen!" En Beeckman schreef een open brief Waarin hij aankloeg deze grief
10. De Vice die zocht in 't reglement Hoe hij kon straffen dien student En na veel zoeken in dikke boeken Vond hij l'article 23 om hem te vloeken Maar Beeckman zei dan heel kordaat "'k Beroep mij op des Rectors raad"
11. Maar in de Rectorale Raad Meet men altijd met dubb'le maat Dees vies affaire was om te blêren Paul Beeckman il devait bien vite se taire Want op het laatst zong men en chœur "We smijten Beeckman aan de deur"
12. En die dit liedje heeft gehoord Vertelle 't maar aan ieder voort Hoe dat die mannen met looze plannen Tegen het Vlaamsche recht steeds samenspannen Staat allen van nu af paraat |