1. Franse ratten, rolt uw matten, wil naar huis toe keren. Zegt: "die vrienden, die ons minden", of men zal u leren op de pijpen dansen, nu hebt gij goê kansen: Weg gascon, wie de bon, bon, bon, door 't Keizers schoon kanon.
2. Wilt nu lopen met heel hopen, zegt: adieu schoon landen. Pruisen koning, g'hebt uw loning, Fransen vlucht met schande van d'Hollandse palen. 't Land zal u betalen met de zon, wie de bon, bon, bon, door 't Pruisen schoon kanon.
3. Fransgezinden, diep verblinden, die hun taal verguizen. Maakt uw paksken, neemt uw zaksken, want gij moet verhuizen. 't Vlaams volk in dez' landen, krijgt haar op zijn tanden: Weg gascon, biribon, bon, bon, het land uit, franskiljon ! |