< Terug naar codex

Het zwart bruine bier

Pagina: 379/379

Das schwarzbraune Bier (1870)
 
Het zwartbruine bier dat drink ik zo geern
En zwartbruine meisjes die kus ik zo geern
Ei gij, ei gij,
Ei gij bekoorlijk dudeldudeldij
Juvivallerallera(BIS)En ge laat geen rust aan mij
Ge laat geen rust(BIS)En ge laat geen rust aan mij!

Volgende strofen worden op een analoge manier gezongen


Het meisje heeft twee oogskens fijn,
Die fonk'len als een sterrekijn.

Het meisje heeft een rozige mond,
En wie die kust die wordt gezond.

Het meisje heeft een rozige kin,
Met in het midden een putteken in.

Het meisje heeft een hertekijn:
Dat zal voor eeuwig 't mijne zijn!


Naargelang de inspiratie van de corona worden er vrije versies gezongen!