1. Ik ging lestmaal eens wand’len, hahahahahaha (bis) Ik ging lestmaal eens wand’len, boemsfaldera, En ik kwam een meisje tegen, haha, haha, (bis)
2. Zij sprak: ik heb veel gulden, En het waren niets dan schulden.
3. Zij sprak: ik zal veel erven, En het waren niets dan scherven
4. Zij sprak: wil mij eens kussen, hohohoho En ik heb me laten sussen, hohohoho
5. De zomer is gekomen, hahahaha… En ik heb ze niet genomen, hahahaha… |