< Terug naar codex

Jan de Mulder

Pagina: 492/492

 
Jan de Mulder
Met zijnen leren kulder,
En zijn leren broekje aan,
Zoude zo geren
zonder lanteren,
zoude zo geren te vrijen gaan.

Hier is het vlees en daar is het vis,
en daar is het mannenkenpis.
Vlees en de vis, mannekenpis,
en daar is
de vogel die bedrieglijk is.

Hier is de zon en daar is de maan,
en daar is de kraaiende haan.
Zon en de maan, kraaiende haan,
en daar is
de vogel die bedrieglijk is.

Hier is het glas en daar is de kan,
en daar is de dronken Jan.
Glas en de kan, dronken Jan,
en daar is
de vogel die bedrieglijk is.

Hier is de hond
en daar is de kat,
en daar is
de vogel die bedrieglijk is.

Hier is het glas en daar is de kan,
en daar is de dronken Jan.
Glas en de kan, dronken Jan,
en daar is d'Oostindische rat,
en daar is
de vogel die bedrieglijk is.

Hier is het glas en daar is de kan,
en daar is de dronken Jan.
Glas en de kan, dronken Jan,
Hond en de kat, Indische rat,
en daar is
de vogel die bedrieglijk is.