< Terug naar codex

Kermislied

Pagina: 472/472

Hubert Melis / Emiel Hullebroeck
 
1. Als ’t kermis wordt, als ’t kermis wordt,
In ’t land van Rupelmonde,
Dan komen de schippers terug naar huis,
Van uren in het ronde;
Dan wordt de blijde trom geroerd
En ’t beste bier geschonken;
Er wordt geflikkerd en gedanst,
Gezongen en gedronken.
Van klepper klapetter, van klep klep klep,
In ’t land van Rupelmonde,
Eén kermis maar in heel het jaar,
En drinken is geen zonde!

2. Dan kiest de schippersmaat zijn lief
En doet ze lustig draaien;
En wie niet stram is en niet stijf,
Hij moet zijn benen zwaaien.
Een aardig lief, een kermislief,
Een lief voor twee, drie dagen:
Toe, neem dat lief, dat aardig lief,
Ze zal niet beter vragen.
Van klepper klapetter, van klep klep klep,
In ’t land van Rupelmonde,
Eén kermis maar in heel het jaar,
En dansen is geen zonde!