1. 'k Heb mijn wagen volgeladen, Vol met oude wijven; Toen ze op de marrekt kwamen Begonnen zij te kijven, Nu neem ik van mijn levensdagen Geen oude wijven meer op mijn wagen! Hop, paardje hop!
2. 'k Heb mijn wagen volgeladen, Vol met oude mannen; Toen zij op de marrekt kwamen Gingen ze samenspannen. Nu neem ik van mijn levensdagen Geen oude mannen meer op mijn wagen ! Hop, paardje hop !
3. 'k Heb mijn wagen volgeladen, Vol met jonge meisjes; Toen zijn op de marrekt kwamen, Zongen zij als sijsjes. Nu neem ik van mijn levensdagen Steeds jonge meisjes op mijn wagen ! Hop, paardje hop ! |