< Terug naar codex

Lied van de buizen

Pagina: ---/---

Niet meer in de codex sinds 1978
 
Laat ons hameren, en nagelen, en kloppen en stoppen
Totdat de buis is klaar, ja is klaar,
Van de schachten, die smachten, naar lieven en brieven,
En naar het Zoete Water gaan;
Met een buis gaat ieder schachtje straks naar huis (bis)
Met een buis, dat is niet pluis,
Als men daarmee moet gaan naar huis;
Want de schacht heeft lang genoeg ’t plezier veracht (bis)
Daarom een buis, dat zij het kruis dat ieder schacht zal brengen thuis.

Laat ons ringelen, en klingelen, en tangelen en klangelen.
Totdat de buis is klaar, ja is klaar,
Van de Willem, de Misten, de Steven, De Strooten,
En al die peerden in de goten;
Nog ne klop, en deze buis, past op hun kop (bis)
Da’s de schuld, ja da’s de schuld
Van al het bier en de Jack-op;
Deze buis, dat wees’ hun beste erekruis (bis)
Nog ne klop, ja nog ne klop, en deze buis past op hun kop.

Laat ons plakken, en lakken, en rijmen en lijmen,
Todat de buis is klaar, ja is klaar
Der cubisten, futuristen, expressionisten, dadaïsten
En Jef de Vliegher met hen mee;
Want, o, schand, die lui zien alles in ’t vierkant (bis)
’t Vaderland, ja ’t vaderland
Dat is voor hen een luiermand;
Geven wij ze maar een buis om d’hovaardij,
Want, o schand, o, wreede schand die lui zien alles in ’t vierkant.

Laat ons haasten, voor ’t laatste, en donderen en vlondren
Totdat de buis is klaar, ja klaar,
Van de Rarden, Vermeulen, Dries D’hoore, de Romsee,
En al die schreeuwen: storm op zee;
Want ze zijn, in deze moeilijken tijd
Groot gevaar, voor onze Universiteit
En voor ’t land, ja voor ’t land,
En voor de troon een groote schand,
Want door al hun bocho-flaminganterij
Is het land en ’s konings troon den val nabij.
Dies zweren wij, ja zweren wij! Ze moeten weg, ofwel gaan wij!