Mijn zoetlief was een weverkijn Dat weefde vroeg en laat Dat weefde uit de zonneschijn Een gulden bruidsgewaad Ho-li-o-lie, ho-li-o-lie, ho-lie-o-lei! Een bruidsgewaad voor mij Ho-li-o-lie, ho-li-o-lie, ho-lie-o-lei!
Die wever op een morgen sprak: "O liefken mint gij mij? Ik waande dat 't mijn harte brak van liefde 'k was zo blij. Ho-li-o-lie......
Dat weverkijn kwam toen terstond En schonk zijn harte mijn, Hij zoende mij op mijnen mond Zijn zoen was zoet als wijn Ho-li-o-lie...... |