Wie kust er zo driftig der duinen zand? Wie klotst er zo blij, zo juichend ons strand? Wie geeft er ons zout in ons bloed, En moed in het krachtig gemoed? Hoezee! Dat is de Noordzee! ] De zee van Nederland. ] bis
Wordt ze ooit door vijanden aangerand, Dan walst rood van bloed haar zilvren golvenbrand. Wij weren de vijanden af, Of zinken mete hen in het graf. Hoezee! De wilde Noordzee! ] De zee van Nederland. ] bis |