1. Liefde gaf U duizend namen Grooten edel, schoon en zoet Maar geen een die 't hart der Vlamen Even hoog verblijden doet Als de naam, o Moedermaagd, Die gij in ons landje draagt. Schoner klinkt hij dan al d'andren. Onze Lieve Vrouw van Vlaandren, Onze Lieve Vrouw van Vlaandren.
2. Waar men ga langs Vlaamse wegen Oude hoeve, huis of tronk, Komt met U, Maria, tegen, Staat Uw beeltenis te pronk Lacht ons toe uit lindegroen Bloemenkrans of blij festoen Moge't nimmer hier verand'ren O gij Lieve Vrouw van Vlaand'ren (bis)
3. Blijf in 't Vlaamse herte tronen Als de hoogste koningin Als de beste moeder wonen In elk Vlaamse huisgewin Sta ons bij in alle nood, Nu en in het uur des dood Ons, Uw kin'ren, en ook d'and'ren Liefste Lieve Vrouw van Vlaand'ren (bis) |