1. Waarom (ter) ik voor geen vreemden buig, Waarom ik met van Maerlant juich, Zijn leuze voor de mijn erken? Omdat ik Vlaming ben!
2. Waarom ik bij mijn stillen haard De taal der vaadren heb bewaard, En aan geen andren toon gewen ? Omdat ik Vlaming ben !
3. Waarom ik aan mijn kindren leer : "Maakt Vlaand'ren groot gelijk weleer !" Waarom ik, hopend, juich met hen ? Omdat ik Vlaming ben !
4. Waarom ik 't goede Vlaamse diet Mijn hart blijf schenken en mijn lied, Mijn adem en mijn wakkre pen ? Omdat ik Vlaming ben ! |