< Terug naar codex

Op de purp’en hei

Pagina: 420/420

Eugeen De Ridder / Armand Preud’homme
 
1.
In de stille kempen, op de purp'ren hei,
Staat een eenzaam huisje, met een berk erbij.
En een zomeravond, in gedroom alleen,
Kwam ik ongeweten langs dit huisje heen.
Keerzang:
Hoe schoon nog de wereld, de zomerse hei,
Dat is hier op aarde de hemel voor mij!
Hoe schoon nog de wereld, de zomerse hei,
Dat is hier op aarde de hemel voor mij!

2.
In het eenzaam huisje, zat een meisje ach !
Lijk ik nergens anders ooit een meisje zag !
Door het venster keek ze mij verlegen aan,
Schoof 't gordijntje toe en is maar opgestaan

3.
Maar wat heeft de liefde, ook hier niet verricht !
Want nu schuift 't gordijntje nooit nog voor me dicht !
Door het open venster, dat men vroeger sloot,
Lach ik op ons kindje op zijn moeders' schoot.