< Terug naar codex

Rondgezang en gerstenat

Pagina: 181/183

 
Een lid van de corona (gewoonlijk de praeses) staat recht, en zich tot zijn gebuur van rechts wendend, zingt het:
Rondgezang en gerstenat
Allen hier beminnen,
Daarom stuw met jonge kracht
't Pinteke naar binnen!
Broeder, uw zoet liefken heet?

Het aangesproken lid van de corona is ook dadelijk rechtgestaan, en heeft tijdens het zingen zijn glas ad fundum gedronken. "Naar binnen" wordt door de corona herhaald tot het glas geledigd op de tafel staat. Het aangesproken lid van de corona zegt dan de naam van zijn meisje. De corona zingt:
NN, NN. ze leve, ze leve!
Duizend kussen zal zij u
Bij dozijnen geven
Geven, ja geven,
NN leve lang!

Het tweede lid van de corona richt zich op zijn beurt tot zijn gebuur van rechts, en het liedje gaat zo de ganse corona rond om te eindigen bij de eerste zanger. Vóór het zingen van de strofe wordt "Rond" telkens door de corona zo dikwijls herhaald als er reeds leden gezongen hebben.