In die grote stad Zaltbommel, bommel Heerste grote watersnood, En zo menig arme drommel, drommel Die niet zwemmen kon ging dood
Refrein: En temidden van die rommel, rommel Dreef de torenspits van bi-ba-bommel En temidden van die rommel, rommel Dreef de torenspits in 't rond
Op een vlot van houten planken, planken Zat een grote herdershond Heel erbarmelijk te janken, janken Omdat hij zijn baas niet vond
Een matroos met kromme benen, benen En een rode zwembroek aan Zat als een klein kind te wenen, wenen Want zijn schip dat was vergaan |