Als Uilenspiegel is opgestaan, en trekt door de Dietse landen, de Dietsers zullen met hem gaan, weldra zal de storm ontbranden.
Als Uilenspiegel de trommel roert, de vreemde tirannen ten schande, dan is 't of opnieuw ons ten aanval voert, de Leider der Nederlanden.
Hij heeft in zijn vlammende geuzenvlag, de kreet der opstanding geschreven. Een vloek aan de nacht en een groet aan de dag, zijn wil en zijn wet is leven. |