1. De vendels staan trots en verbeten, een manschap op leven en dood, Zij dragen een groots verleden, in de dreun van hun klinkende schreden, Wordt ook onze toekomst weer groot.
keerzang: Jeugd die kan vechten en dromen, staat rond de Leeuw en het Kruis, Vlaand'ren het hard' en het vrome, Vlaanderen blijft eeuwig, blijft eeuwig ons huis.
2. Verleden van heiligen en helden, verleden van adel en moed, Ons hart is met Artevelde, en de ruk van de springende Schelde, Vaart nog als een vonk door ons bloed.
3. Wij hebben de vreugd niet verloren, de vriendschap die alles bestaat, Ons lied, het schoon en sonore, onze stap die de lauwen moet storen, Klinkt voort tot de wereld vergaat. |