< Terug naar codex

Voor outer en heerd

Pagina: 361/361

Jozef Simons / Armand Preud'homme
 
1. Geen roekeloze wagers:
stil volk dat zich beraadt
Aleer het zijn belagers
manhaft te lijve gaat.
Zij wisten wat zij wilden,
toen zij tot stout verweer
De pik of zeis optilden
of grepen naar 't geweer.

Keerzang:
Voor vrijheid en recht. Ongeknecht,
onverveerd voor Outer en Heerd ! (bis)

2. Zij steunden op Oranje's:
de Nederlanden één !
En juichten toen Brittannië's
beloofde vloot verscheen.
Kloekmoedig in de gouwen
van Diets Zuid-Nederland,
Zijn allen sterk en trouwe
gesprongen in de brand.

3. Rolliers, Corbeels, Van Gansen,
bevochten onverveerd,
Met wisselende kansen,
de vijand van hun heerd.
Zij kampten koen als leeuwen,
en werden z'overmand,
hun namen staan voor eeuwen
in 't hart van 't volk gebrand.