1. Schoon is de jeugd, die zelf zich eert, sterk als gedegen staal. Vredig van aard, maar die zich weert, vecht voor heur ideaal.
Keerzang: Were di, kameraad ! Were di, kameraad ! Eerst te woord, dan ter daad, Were di, kameraad ! Were di, waar gij zijt ! Were di, sta bereid ! Were di, waar het lot u ook leidt, Were di !
2. Flink is de jeugd, die durft en wil wat heur behoort in recht. Nooit zich vergooit voor vreemde wil, taai om heur waarden vecht !
3. Rijk is de jeugd die denkt en strijdt, om wat nog komen moet. Kloek en beraden zich bereidt, harten en zielen hoedt. |