< Terug naar codex

Testament van een Oud-student

Pagina: ---/237

Akim "Herr W." Willems / Tom "tSchaap" De Ranter


codex 2008
 
Ik kwam als eerstejaars hier aan,
kon niet op eigen benen staan,
ik was een groentje en naïef.
De toekomst, die lachte me toe,
maar ik had helemaal geen clou
hoe het leven was aan de univ.
Ik kwam, ik zag, ik overwon
d’examens, want ik was niet dom
Ik kon studeren als de beste.
‘k heb geen enk’le les gebrost
en kreeg ik van ’t blokken dorst :
’t Was water dat ‘m leste.

REFREIN :
Ik wou da’ ‘k eeuwig kon studeren;
Ja, want iets mooiers kon er niet bestaan.
‘k Was eerstejaars en wist niet beter
dan dat ’t nooit voorbij zou gaan.
Ik wou da’ ‘k eeuwig kon studeren;
Ja want iets mooiers kon er niet bestaan.
‘k Was eerstejaars en besefte nog niet goed
dat er tijden zijn van komen en van gaan.

In ’t tweede en in ’t derde jaar
leefd’ ik niet meer als kluizenaar,
maar ging geregeld op de rol.
Het blokken ging diminuendo,
Het feesten in sterk crescendo.
1-2-3 mijn pint was weeral vol
Want ik was nu commilito
met codex, pet en lint en zo.
Ik kroop pas ’s morgens in de pluimen.
En ’s avonds stond ik weer paraat
getooid in gans student’ornaat
om kroegen af te schuimen.

REFREIN :
Ik wou da’ ‘k eeuwig kon studeren;
Ja want iets mooiers kon er niet bestaan.
Ik was een rolder en wist niet beter
dan dat het nooit voorbij zou gaan.
Ik wou da’ ‘k eeuwig kon studeren;
Ja want iets mooiers kon er niet bestaan.
Ik was nu een rolder en besefte al wat meer
dat er tijden zijn van komen en van gaan.

Het laatste jaar ging snel voorbij
met steeds meer vrienden aan mijn zij.
De studie zat er bijna op.
Stage, thesis, zwanenzang.
In feite wisten we’t al lang :
Hierna werd ’t werken of de dop.
Maar vriend, ik zei je geen vaarwel,
we zagen elkaar alweer snel;
als oud-studenten saamgezeten.
op een cantus of TD
doen wij nog even vrolijk mee
om ’t werk weer te vergeten.

REFREIN :
Je kan niet eeuwig lang studeren,
maar mooiers zal er nooit bestaan.
De tijd van gaan was toen gekomen,
Het is dan toch voorbij gegaan.
Je kan niet eeuwig lang studeren,
maar mooiers zal er nooit bestaan.
En ook al weten we nu wel beter,
’t studentenhart blijft altijd slaan.