< Terug naar codex

Aan de oever van een snelle vliet

Pagina: 4/LeLie

Leuvens Liedboek 2023
 
Aan de oever van een snelle vliet een treurend meisje zat 
Zij weende en schreide van verdriet het gras van tranen nat  

Een heer die wandelt langs de vliet bespeurt haar bitt're smart 
Dat hij het meisje wenen ziet , treft zijn meedogend hart  

Zij zuchtte en zag hem treurig aan en sprak: Ach brave man 
Een arme wees ziet gij hier staan die God slechts helpen kan  

Ziet gij dat groene berkje niet? 
Daar ligt mijn moeders graf 

Ziet gij den oever van dees' vliet? 
Daar gleed mijn vader af  

De felle stroom verzwolg hem dra. 
Hij worstelde, ach, en zonk 

Mijn broeder sprong hem achterna. 
Helaas, ook hij verdronk!  

Hij nam haar teder bij de hand, hij, met haar lot begaan 
Hij gaf haar kleren naar zijn stand voor weesjes kleren aan  
  
Zij at zijn spijs, zij dronk zijn drank, gestadig, dag bij dag. 
Heb dank, o edel brave man, voor zo een goed gedrag.