Het brandende pijpken zendt zijn geurige rookwolk
Al dwarrelende op , al dwarrelende op
Het Vlaamsche bier glas draagt zijn kralend schuim vocht
Als kroon ten top als kroon ten top
Wij groeten t'pijpken dan en groeten t'bier glas
In volle vreugde , in volle vreugd
Zij zijn de schat die nu steeds betracht wierd
Door onze jeugd , door onze jeugd
Refrein
Leve leve t'schuimend vlaamse bier
Leve leve t'rokend tabaks vier
Fi ni cu li fu ni cu la , fi ni cu li fi ni cu la
t'Schuimend Vlaamse bier fi ni cu li , fi ni cu la
Na lastig werk bij middag en bij avond
Doet t'pijpken goed , doet t'pijpken goed
Dan smaakt bij t'roken van het smeulend vuur
Een glasken zoet , een glasken zoet
Dan klinkt in t'rond op losser blijder toonmaat
Ons blijde lied , ons blijde lied
Dan zingen wij : ons pijpken en ons bierglas
Verdwijnen niet , verdwijnen niet
Refrein
Het pijpken en het glasken wierd met eerbied
Begroet weleer , begroet weleer
Ons vaderen hielden t'als een kostbaar voorrecht
In roem en eer , in roem en eer
En rond de heerdstee vindt de arme grijsaard
Zijn glasken nog , zijn glasken nog
En smaakt daarbij , schoon hij in niets meer smaak vindt
Zijn pijpken toch , zijn pijpken toch
Refrein