Ik kwam er laatst over de markt gegaan
Dubbeltjes, dubbeltjes toverlantaarn
Ik kwam er laatst over de markt gegaan,
en ik hoorde de glaasjes klinken
refrein: Ik arme bootsgezel
Ik lustte die groene komkommertjes wel
En ik hoorde de glaasjes klinken.
Toen ik er die glaasjes geklonken had
Toen kon ik mijn schuld niet betalen
Toen ik er mijn schuld niet betalen kon
Toen wou er de waard niet borgen.
Ze trokken mij al mijn kleren uit
En ze gooiden mij in de schure
Toen ik er al in die schure lag
Ik vrijde de waard zijn dochter
Toen ik er de waard zijn dochter had
Toen schonk zij mij dees 3 gulden
Toen zij er mij dees 3 gulden schonk
Toen kon ik mijn schuld betalen
Toen ik er mijn schuld betalen kon
Ik trouwde de waard zijn dochter.