Ons varken is gestorven,
ons varken is gestorven.
En ’t beest heeft zo geschreid, faldera,
al om die narigheid, faldera,
en ’t beest heeft zo geschreid,
al om die narigheid.
Waar ging het van kapores.
waar ging het van kapores?
’t Was vetziek beste man, faldera,
daar sterven ze-allen van, faldera,
’t was vetziekbeste man,
daar sterven ze-allen van.
We hebben het begraven,
we hebben het begraven.
’t Ligt in een vat van hout, faldera,
te midden van het zout, faldera,
’t Ligt in een vat van hout,
te midden van het zout.
Nu komt het in de hemel,
nu komt het in de hemel.
Zijn hemel is de pan, faldera,
waar ’t zich wat warmen kan, faldera,
Zijn hemel is de pan,
waar ’t zich wat warmen kan.
Wat zullen we fijntjes smullen,
wat zullen we fijntjes smullen.
Van ribjes, worst en ham, faldera,
bij onze boterham, faldera,
Van ribjes, worst en ham,
bij onze boterham.