1. De beiaard speelt zo schoon hij kan,
de vreugde heerst alom;
Met bloemen kroont de vrouw haar man,
de bruid haar bruidegom.
Keervers:
de vogel kweelt zo hel en blij,
het windje speelt zo vrij.
En blij en vrij,
ons volk ter eer,
is Vlaanderen weer.
En vrij en blij,
is Vlaanderland nu weer.
Men strooie kruid en palmen uit bij klank en zang.
Hou eeuwig stand o heilig vaderland.
2. Voorgoed vergeten zij de hoon,
vergeten ook het wee.
Nu schall' uit slot en poorterswoon,
het lied van heil en vree.