< Terug naar codex

Ach liefelijke meisje

Pagina: 257/257

Lode Dolhain

"Etoile des neiges"
 
1. Er liep eens een schachtje door Leuven;
Hij was vol ijver en vlijt.
Toen zag hij de schoonste schachtin van het jaar,
En droomde van vrijen gaan met haar.
Ach lieflijke meisjes,
Wij hebben geen tijd.
Er valt te blokken:
De FACULTEIT...
Ach lieflijke meisjes,
Wij hebben geen tijd.
Alleen studeren telt
Aan d'Universiteit.

2. Toen kwam er de dag dat hij groot werd:
Hij ging voor 't eerst naar de club.
Hij werd er gedoopt en hij dronk er jack-Op
En gaf voor het bier het meisje op.
Ach lieflijke meisjes,
Wij hebben geen tijd,
Er valt te drinken:
SPECIALITEIT...
Ach lieflijke meisjes,
Wij hebben geen tijd.
Alleen de club die telt
Aan d'Universiteit.

3. Maar eens komt een eind' aan 't studeren.
Dan werkt hij zelf voor zijn brood.
Dan denkt hij aan trouwen, aan kind'ren en huis
En zoekt zich een maagdje rein en kuis.
Ach lieflijk jong meisje,
Nu heb ik wel tijd!
Er valt te trouwen:
MATERNITEIT...
Ach lieflijk jong meisje,
Nu heb ik wel tijd!
Alleen nog trouwen
telt Aan d'Universiteit.