< Terug naar codex

Al van den drogen haring

Pagina: 511/511

Uit Duinkerken
 
1. Al van den drogen haring willen wij zingen,
Ter ere van zijn kopje zullen wij springen;
't Is van zijn kop, springt er maar op:
't Is van den drogen haring!

2. Al van den drogen haring willen wij zingen,
Ter ere van zijn oogje zullen wij springen;
't Is van zijn oog, springt er maar hoog:
't Is van den drogen haring!

3. Al van den drogen haring willen wij zingen,
Ter ere van zijn balgje zullen wij springen;
't Is van zijn balg, springt er maar half:
't Is van den drogen haring!

4. Al van den drogen haring willen wij zingen,
Ter ere van zijn stertje zullen wij springen;
't Is van zijn stert, springt er met hert:
't Is van den drogen haring!